Kaper op de kust

Buigzaam behoed ik me voor breekbaar zijn
Maar wat niet breken kan dat scheurt
Een kaper op de kust
Met bedrieglijke kwetsbaarheid
Honds speurend naar mijn moed
En ik verwond me aan de scherven van de barst in je kompas
Zie je paraderen met de bravoure die ik had
Je geplunderde façade is enkel een kunstmatig licht
De ogen van een rover zijn die van een leeg gezicht