Niet uit hebzucht, maar uit het verlangen naar de intiemste intimiteit, hoop je altijd dichterbij te komen dan je dacht dat mogelijk zou zijn. Dat de ander zich tentoonstelt als een onzichtbaar wezen en jij de enige bezoeker bent. Dat je mag zien wat hiervoor met man en macht bewaard is gebleven. Volgens mij is mijn verdraagzaamheid daar verslaafd aan geraakt. Muren in deuren zien veranderen. Het heeft haast iets heiligs, voor het eerst achter iemands gezicht mogen kijken. Alsof ons samenzijn de vorm van een biechthokje heeft aangenomen en wij daarin zowel de priester als de gelovige zijn geworden. Dat we onze schaamte bij elkaar neerleggen. Elkaar vergeven, want het leven is ook ingewikkeld. Erop vertrouwen dat we morgen weer beter doen dan gister. Misschien is dat het wel, veilig worden. Dat specifieke moment waarin je het voelt gebeuren. Elkaar aanraken waar we geraakt zijn. Na het vrezen, in het biechten. Tussen lakens van religie.