Ongrijpbaar te grijpbaar

Je zegt dat ik ongrijpbaar ben
Maar ik ben eenvoudig te isoleren in de eenzaamheid van iemanden
Enkel mijn tong is te scherp om een bezit te zijn
Ondergedompeld en overspoeld, wordt er beroep gedaan op mijn bewegelijkheid
En probeer ik te drijven op de wijn die me net vulde
Je zegt dat het nog leeg is in mij
Alleen nog mijn omhulsel bekijkend
Ik maak je wijs, dat er achter een lijf, een ziel zit
Dieper dan dat helder is
Maar een blik ziet alleen, tot waar het zicht zich reiken wil
Een verhaal verblijft niet alleen op eigen terrein
Je zult moeten reizen om te zien
Dat niets is wat het lijkt

Je zegt dat ik te grijpbaar ben.
Maar ik wil me altijd bevrijden van mijn eigen afhankelijkheid
Toch, de behoefte te beminnen verlangt om niet alleen te zijn
Ik doe een beroep op je reislustigheid
En verstop me in het glas dat ik net leegde
Je zegt dat het onrustig is in mij
Terwijl je bekijkt hoe ik me beweeg
Ik maak je wijs, dat een vluchtende ziel,
Wordt achtervolgt door een geschiedenis
Dat veilig en bedreigend soms niet te onderscheiden is
Dat onvoorwaardelijkheid, als de illusie van een schuilplaats dient
En iemand die te grijpen lijkt, nooit ook echt te grijpen is.
Omdat, er nog zijn
Geen garantie voor het blijven biedt